Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hun tong is een [13]moordpijl, zij spreekt bedrog; [14]een ieder spreekt met zijn naaste [van] vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste [15]legt hij lagen. 13. Anders: een uitgerekte, uitgeschoten pijl. 14. Hebreeuws, hij spreekt; dat is een ieder, of men spreekt. 15. Dat is, in zijn hart. 16. Of, legt hij hem lagen. Hebreeuws, lage.